Door: Kate Maat I Ik had net een doodzonde begaan.
Volledig onbewust had ik het standaard plekje ingenomen van een nogal bitse dame in de sportschool. Een paar nare opmerkingen volgden.
Ik schrok en zei “we zijn toch niet meer op het schoolplein waar we roddelen en plagen”.
Na een kleine aarzeling en een aanmoediging van de lieve juf bleef ik en deed braaf mijn oefeningen.
Wat bezielt mensen toch om zo onaardig te doen? Daar wordt de wereld toch niet beter van! Terwijl ik daar zo lag deed ik mijn best om aan vrolijker zaken te denken. Het liedje van René Froger “Alles kan een mens gelukkig maken” popte opeens op in mijn gedachten.
Ik kan niet zeggen dat ik iets te kort kom
geen idee geen benul
wat de smaak van honger is
als ik geen zin heb om te koken
dan loop ik even naar de markt
voor een moot gebakken vis
Na mijn gezwoeg fiets ik maar even langs “De Cuyp” markt en haal een mooi mootje vis. Mijn moedertje komt vanavond eten, de zon schijnt en ik heb mijn buikspieroefeningen er weer mooi op zitten. Laat die bitse vrouw maar lekker in haar eigen sopje bubbelen.
Tegenover de Volendamse visstal stond de guitige groenteman die heerlijke verse groentjes had uitgestald. Kennelijk was ik wat aan het gapen en werd getrakteerd op onvervalste Amsterdamse humor.
“Hey meissie vanavond vroeg naar bed, en wel alleen, anders schiet het nog niet op”.