Door: Bert Nap I En toen was het eindelijk zover. Er lagen doosjes met Covid-19-vaccins in de koelkast van mijn praktijk in Amstelveen. Ze lagen er echt.
De afgelopen maanden hebben we keihard gewerkt met ons team om klaar te staan voor de dag dat we onze Covid-19-vaccins mochten gaan toedienen aan onze patiënten. Deze periode heeft veel druk op ons gelegd. Er was, zoals u weet, een enorme berg aan wisselende informatie over de vaccinatiestrategie. Waar we de ene dag uitgingen van scenario 1, en daar de nodige uren in gestopt hadden, werd het een paar dagen later toch scenario 2. En hop daar konden we weer opnieuw beginnen.
We hebben continu de druk gevoeld om ons voor te bereiden op het meest waarschijnlijke scenario omdat het moment van levering van de vaccins ineens kon worden aangekondigd. En dan was het toch zaak was zo snel mogelijk van start te gaan. Maar net toen we dachten dat het allemaal rond was, begon de onrust over het Astra Zeneca vaccin en werden we overspoeld met mensen die (zeer begrijpelijk) van hun huisarts wilden weten wat ze moesten doen.
Op de dag dat we gingen vaccineren verliep alles redelijk soepel. Al was het natuurlijk wel een gepuzzel. Want hoe laat je het organisatorisch allemaal vlekkeloos verlopen? Hoeveel mensen kun je langs laten komen? Hoeveel prikkers heb je nodig? En hoe kun je het allemaal plaats laten vinden met inachtneming van de anderhalve meter? En -niet te vergeten- dit allemaal rekening houdend met een observatieperiode van een kwartier na de prik. Gelukkig leverde het geen opstoppingen op.
Met dit alles in ons kielzog hebben we ons best gedaan om drie overgebleven vaccins te slijten aan mensen die kwetsbaar waren. Na een rondje bellen was dit gelukt. De meneer die ons laatste vaccin zou krijgen, meldde zich bij de balie. Toen onze assistente na een hele dag stressen een vragenlijst met hem door wilde nemen om te kijken of hij het vaccin ook echt mocht hebben, riep hij terwijl ze nog bezig was met controles: ‘jas hem er nou maar gewoon in!’ Ik geloof dat dit precies illustreert hoe groot de behoefte van mensen is dat de samenleving weer open gaat. Het geduld is een beetje op, mensen willen vooral dat het snel gaat. Al staat dat in schril contrast met onze maandenlange aanloop en voorbereiding op dit moment.
Ik was bijna vergeten om in deze hele periode vol geregel en praktische zaken even stil te staan bij de feiten. Want wat een wonder is het eigenlijk dat het begin van de oplossing van alle ellende gewoon echt in mijn koelkastje in Amstelveen ligt. Toch kwam er een dag voordat we gingen vaccineren opeens een realisatiemoment. Ik liep naar de koelkast en keek in stilte naar de flaconnetjes gevuld met doorzichtige vloeistof. Ze lagen er rustig bij. En opeens voelde ook ik, na al het geren en geregel, dat er ook een rust over mij neerdaalde. Dit is de oplossing, realiseerde ik me. Dit mooie product dat door de inspanning van zoveel mensen is gemaakt.En opeens wist ik het zeker: dit gaat goedkomen.