Ik heb een speciaal echtpaar in mijn praktijk. Daar heb ik er gelukkig veel meer van, maar dit echtpaar maakt altijd iets bijzonders in mij los.
Een bijzonder echtpaar
Ze zijn allebei zo rond de 60 jaar oud en leven al heel lang zonder te kunnen horen. Vanaf onze eerste ontmoeting, verbaasde het me hoe goed zij kunnen liplezen. Als ik zelf een keer patiënt ben bij een huisarts of een tandarts, realiseer ik me weer hoeveel informatie je in korte tijd moet verwerken. Het komt vaak voor dat je naderhand nog met wat vragen zit en daarom even belt. Wanneer je niet kunt horen, werkt dat anders.
De mensen over wie ik het heb, liplezen al mijn vragen en adviezen en helpen elkaar om te zorgen dat ze het beiden begrijpen. Wanneer dit niet het geval is, toetsen ze het weer bij mij. Een belletje achteraf behoort niet tot hun mogelijkheden.
Wanneer zij in mijn spreekkamer zitten, komt het niet in mij op om naar de klok te kijken. En dat is waar de magie van onze consulten begint. Het ‘niet kunnen horen’ is zo duidelijk aanwezig, dat alle kaders van tijd, planning en andere afspraken overboord gaan. Waar privacywetgeving veel digitale communicatie in de weg kan zitten, hebben we bij dit echtpaar altijd heel praktisch gekeken. Het is roeien met de riemen die je hebt. Mailen, appen, alles wat nodig is om ze net zo goed van informatie te voorzien als ieder ander.
Een beperking voor mij
Afgelopen week had zij een ingegroeide teennagel. Een duidelijk probleem met een duidelijke (maar niet altijd even prettige) oplossing: een prik om de teen te verdoven en vervolgens een stuk nagel verwijderen. Ik dacht tijdens het consult meteen door te pakken zodat ze er niet voor terug hoefden te komen, dus ik wilde gelijk beginnen. Toen ik klaar zat om de injectie met de verdoving te geven, besefte ik ineens dat het feit dat zij niet hoort, mij een beperking gaf. Ik kon haar niet geruststellen zoals ik dat wel bij horende patiënten kan. Ik heb namelijk een routine ontwikkeld om mensen zoveel mogelijk op hun gemak te stellen zijn ondanks de naderende pijn. In dat hele proces ben ik voor een groot deel afhankelijk van de woorden die ik kies en nog meer van de toon waarop ik ze uitspreek. Dat viel nu allemaal weg.
Haar man zat op afstand en zag mij een beetje stuntelen met geruststellende aanrakingen op haar been en pogingen om haar met mijn mimiek gerust te stellen. Hij zag het even aan, stond op en kwam naast haar staan. Ze keken elkaar in de ogen en hoewel ze het me niet zei of gebaarde, voelde en zag ik aan alles dat ze ontspannen was en klaar voor de prik.
Soms zijn woorden totaal overbodig.