Door: Babette van der Veen I In mijn blogs schrijf ik het liefst over alle dingen die het leven de moeite waard maken. En misschien beleven we dat ook wel zo intens omdat we weten dat het eindig is. Eigenlijk is dat natuurlijk het enige in het leven wat we met volle zekerheid weten. Afscheid nemen, hoe moeilijk ook, hoort bij het leven. 

Mijn grootste afscheid was toen mijn moeder overleed in 2011. Dat heeft me veel verdriet gedaan. Maar, hoewel ze misschien niet meer fysiek bij ons is, geloof ik toch niet dat ze helemaal weg is. Als ik aan haar denk als er een zonnestraal op me valt, als ik een mooie vlinder zie, of een flikkerende kaars, dan is ze weer even bij me. Ik weet dat sommige mensen hier in niet in geloven, maar ik wel. 

Wat ik ook veel om me heen zie, is dat er een soort angst is voor afscheid en de dood. En dat is begrijpelijk, want het is ook iets ongrijpbaars en misschien wel engs. Maar toch probeer ik er op een andere manier naar te kijken. Daarnaast is het idee dat iemand na zijn of haar dood ‘weg’ is, ook echt een traditioneel Westers idee. 

Als je kijkt naar het Boeddhisten dan gaan zij op een totaal andere manier om met de dood. Zij zien het niet als iets definitiefs maar geloven in reïncarnatie. Afscheid nemen krijgt op die manier een hele andere lading. Degene die overlijdt, krijgt weer een nieuw levenspad. Misschien als een ander mens, of als een dier of, (als je karma niet zo goed is) als een steen of boom. Ook zien zij de dood als een soort bevrijding van het ‘lijden van het leven’.

Hoewel ik mezelf niet per se als Boeddhist zie, vind ik het wel mooi dat zij niet denken dat er iets blijft na de dood. Ik geloof dat alles bestaat uit energie en dat iemand daarom nooit helemaal ‘weg’ is en wij een team aan helpers hebben die er zijn als we ze nodig hebben. 

Uiteindelijk maken we allemaal deel uit van één systeem en één kosmos. Het blijft wel lastig om dit onder woorden te brengen, maar ik denk dat mijn favoriete passage uit het boek ‘mijn dinsdagen met Morrie’ wel goed illustreert wat ik bedoel. 

Ik heb laatst een mooi verhaaltje gehoord,’ zegt Morrie. Hij doet zijn ogen even dicht en ik wacht.

‘Goed, het verhaal gaat over een golfje, dat voortdobbert op de oceaan en het geweldig naar zijn zin heeft. Het geniet van de wind en de frisse lucht – tot het de andere golven voor zich ziet, die tegen de kust breken.

“Mijn God, dit is vreselijk,” zegt de golf. “Kijk eens wat er met me gaat gebeuren!”

Dan komt er een nieuwe golf aan. Hij ziet de eerste golf, die er somber uitziet, en hij zegt tegen hem: “Waarom kijk je zo bedroefd?”

De eerste golf zegt: “Je begrijpt het niet! We zullen allemaal te pletter slaan! Van ons golven zal niets overblijven! Is het niet vreselijk?” 

De tweede golf zegt: “Nee, jij begrijpt het niet. Je bent geen golf, je bent deel van de oceaan,”

Ik glimlach. Morrie doet zijn ogen weer dicht. 

‘Een deel van de oceaan,’ zegt hij, ‘een deel van de oceaan.’ Ik kijk toe hoe hij ademt, in en uit, in en uit. 

Persoonlijk vind ik het verhaaltje van Morrie troostend. De golven slaan niet te pletter maar voegen zich weer bij die grote oceaan. Daarnaast vind ik dat het feit dat het leven eindig is, ook helpt inzien hoeveel het leven waard is, dat we er echt alles uit moeten halen en dat elke dag een cadeautje is.

Liefs, Babette

Geschreven door
Babette

Deel dit artikel

Meer lezen?

Over ziek zijn en loslaten

Eindelijk een lente- en paasgevoel? Marika Smits Daar had ik dit afgelopen weekend over willen schrijven. Maar veel inspiratie daarvoor heb ik niet echt, terwijl ik bijkom na 5 dagen “een...

Lees meer